Resham Pfiriri - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Marije Koster en Annemiek Havinga - WaarBenJij.nu Resham Pfiriri - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Marije Koster en Annemiek Havinga - WaarBenJij.nu

Resham Pfiriri

Door: MA-misie

Blijf op de hoogte en volg Marije Koster en Annemiek Havinga

09 November 2013 | Nepal, Pokhara

Lieve allemaal,

Korte samenvatting: We zijn aangekomen in Pokhara, wat een fijne plek. Ook hebben we 7 dagen rondgetrokken in de Annapurna. Top!

Goed, waar te beginnen?
Het wordt een lang verslag.

Vanaf de jungle van Chitwan vetrokken we per bus naar Pokhara. Uiteraard ging de bus stuk onderweg (we hadden het min of meer zien aankomen), maar het vervelende was dat we van Deepak geen contactgegevens hadden, behalve online. Deepak (later meer over hem) zou ons ophalen van het busstation. Maar in het gehucht waar we strandden, hadden we geen internet. Dus dat werd overstappen op een local bus. Geen probleem, behalve dan dat onze heavy backpacks van het dak moesten, sjouwsjouw naar een andere bus en daar weer op het dak. Gut, wat zijn die dingen zwaar.
Afijn, toen we aankwamen op het busstation, konden we Deepak nergens vinden. Niet zo gek ook, want we waren op een lokaal busstation aangekomen (de touristbuses stoppen ergens anders). Dus wij met de taxi naar de tourist buspark. De chauffeur snapte er natuurlijk niks van, waarom wij nu per se naar dat andere station wilden, want er zouden immers geen bussen meer vertrekken. ‘This is tourist buspark, now we go to lakeside?’ probeerde hij nog, terwijl hij het buspark voorbij reed. ‘No!’ Hij snapte er nog steeds niets van, maar parkeerde toch braaf de taxi middenin het busstation. Daar kwam Deepak aangelopen, alsof hij water zag branden, want why-the-huh kwamen die twee Hollanders nu uit een taxi gerold i.p.v. een touristbus?
‘Deepak?’ (we wisten nog steeds niet hoe hij eruit zag..).
‘Mary?’
‘Ja! Dat is hem vast!’
Je begrijpt, als een kind zo blij, hopsa in een andere taxi met Deepak mee naar het guesthouse dat hij had geregeld. Deepak heeft hier een reisbureau en viavia zijn we met hem in contact gekomen en kan hij ook trekkings e.d. voor ons regelen. En bovendien is het ook een hele geinige man, maar dat wisten we toen nog niet. ’s Avonds aten we met hem dahl baht, zoals echte Nepalezen betaamt en hadden we erg veel lol. Onze tijd in Pokhara hebben we veel bij hem doorgebracht.

’s Ochtends op de volgende dag zijn we ook naar een weeshuis geweest hier in Pokhara. Eigenlijk willen we niet aan orphanage-tourism doen, maar het leek ook goed om in een ander weeshuis te kijken dan die in Cambodja. En het was ook goed. Het is bijzonder om in een huis te zijn, waar er naar kinderen wordt omgekeken die geen thuis hebben. Ik denk dat het goed is dat een kind een ouder of twee heeft. Maar als dat op één of andere manier niet kan of niet meer zo is, dan is het heel goed dat er weeshuizen zijn waar een kind in warmte en veiligheid kan opgroeien, die het anders waarschijnlijk niet had gehad. Want, geloof me, die verdrietige verhalen zijn er bij de meeste van de kinderen daar.

Begin november (ja, het is alweer november!) stond de trekking op het program. Het verslag dat nu volgt is slechts een selectie van anekdotes en voorvallen, want het was ongelooflijk!
De eerste dag begon goed. Met volle moed van Nayapul naar Ulleri. Onze gids hadden we gelijk maar McDreamy genoemd, want het was een schatje. En na 4 uur trekken zei hij doodleuk: ‘from now on we have two hours stairs.’ Jaha, twee uur onmogelijk ongelijke stenen trappen lopen. Gelukkig hadden we na afloop een fijne douche in het teahouse. Daar ontmoetten we onder andere Harold (in het teahouse, niet in de douche). Diep respect voor deze man. Hij had die dag hetzelfde gedaan als wij en zou nog 14 dagen verder trekken naar de Upper Mustang. Hij was erg gecharmeerd van ons en ook erg gezellig. Hij was fit en positief, en hij wilde maar al te graag met ons op de foto. En hadden we al gezegd dat deze man al 74 jaar was! Wohow!

Op dag twee verleenden we nog even eerste hulp bij een Nepaleze bouwvakker die zich had bezeerd. Mam, als je het had gezien, zou je trots zijn geweest hoe vakkundig wij zijn hand verbonden. Harold legde het allemaal vast, de foto’s volgen nog. Het uitzicht en de natuur onderweg zijn echt geweldig. Het is echt ongelooflijk om hier te lopen. De dorpen onderweg te zien, de mensen, de watervallen, de ezels met hun vracht. Als iets het woord pittoresk moet omschrijven, dan is het wel het geklingel van de bellen om de nekken van de ezels in de verte.

Het was een heftige tijd op dag drie. Na een nachtelijk telefoontje vanuit NL (sorry Alied) ging de wekker weer om vier uur, door voor zonsopgang vanaf Poon Hill. Rond vijf uur stroomt het hele dorp Ghorepani leeg en gaat het in een lange slinger van hoofdlampjes lopend de berg op, die dus eigenlijk een heuvel is. Het was zeker niet gemakkelijk, maar onvergetelijk. Rond half zeven kwam de zon op, ruim van tevoren hadden alle Chinezen hun camera’s geïnstalleerd. We kwamen natuurlijk Harold ook weer tegen, hij was zo vol van ons en fotografeerde zich een ongeluk. Zodat we bijna de opgang misten!

Na Poon Hill daalde we af naar het dorp waar een Tibetaans ontbijt op ons wachtte. Jemig, wat is het koud hier, trouwens! Het vriest gewoon! De tas weer ingepakt, de slaapzakken weer opgerold en klaar voor de nieuwe tocht richting Tadepani.
Het viel niet mee bij Marije; duizelig, buiten adem, alles wat je niet wilt op een bergpad. Of pad, nouja, wat rotsen en stenen bij elkaar. Later veranderde het landschap meer naar een bos, het leek zowaar even herfst.
We slapen onderweg dus in teahouses. Een huis op de helling van een berg, waar thee is te krijgen en allerlei ander eten. Er zijn ook verschillende kamers met twee bedden en met een beetje geluk is er een (warme) douche elders in het dorp. Het is heel gezellig, samen ’s avonds rondom de kachel, spelletjes doen, kletsen en muziek luisteren. In één dorp was er ook wifi, dat was wel een beetje een domper voor de sfeer, hoe iedereen dan weer in zijn eigen cocon zit. Wij hebben geen blitse telefoons en de laptop lag nog in Pokhara, dus hielden we elkaar maar warm met grapjes. Want het is hier koud. En zo koud als het buiten is, zo koud is het doorgaans ook binnen.

Het trekken vandaag was erg mooi. Daarnaast leren we onszelf ook goed kennen. De stilte onderweg als op dag drie, het lopen, het ‘gevecht’ met jezelf en de omgeving, zorgt voor een bepaalde inkeer. Annemiek heeft het bijvoorbeeld de eerste 10 minuten omhoog zwaar en wil dan het liefst naar beneden gejeept worden. Nadat het hart en de long zich hebben aangepast, is het gaan met die banaan. Hophop, trap op en het liefst zo snel mogelijk. Rond de 2,5 km hoogte gaat het niet zo super snel meer. En dat zorgt wel eens voor een kentering in het humeur. Positief blijven en ‘bistare, bistare’ (langzaam) zegt Suresh (de gids) dan. Of ‘slowly, slowly’ als ze doet alsof ze Nepalees niet verstaat. Want het is beter om langzaam te stijgen en zo zie je ook nog eens wat anders dan de rotsen op de grond.
Marije daarentegen doet het rustiger aan en ziet dan de watervallen niet over het hoofd. En terwijl Annemiek half in een rivier geraakt, onderuit gaat over een kei of op een andere manier lekker in de modder graait, geniet Marije van het uitzicht onderweg.
Maar Marije is ook koppig. Want wanneer ze eigenlijk even moet rusten of drinken (sjee, wat waren we dehydrated de eerste dag), gaat ze door. Niet altijd verstandig, maar het getuigt ook van doorzettingsvermogen. Geen berg te hoog en na afloop werkt ze zich ook nog door een kommetje knoflooksoep, ‘mountain-medicine’.

Het is nu ook Tihar, na Holi & Dashain één van de meest belangrijke festivals in Nepal, ook wel Deepawali genoemd. Ons teahouse in Tadepani werd ’s avonds verlicht door heel veel kaarsjes. Ook kwamen er mensen langs dansen en muziek maken en dit duurt nog twee dagen!
Als ’s avonds het hout in de kachel op is, dan gaan we op bed en bij zonsopgang gaat het leven weer door. Lekker overzichtelijk.

Goedemorgen Himalaya, dat dachten we op dag vier. Wow, wat is het toch prachtig hier en we lopen hier gewoon! Lopen, springen, schuifelen, klimmen, traplopen, glijden, het hoort er allemaal bij.
Deepak had ons verteld dat er mensen ruzie maken of verloven op trekking. Geen van beide leek ons een optie. Toch hadden we onze eerste eigenste ruzie in ruim tien jaar. Jawel!
Het ging er een beetje over dat de één denkt dat de ander denkt dat de één te langzaam is en dat de ander vindt dat de één beter z’n grenzen moet aangeven dan wel accepteren. Suresh, die er natuurlijk geen jota van snapte (we ruziën toch liever in het Nederlands), dreigde om Deepak te bellen. ‘I call Deepak, I call Deepak,’ alsof dat iets zou veranderen, hij wist ook gewoon niet wat hij met die twee hondsdolle meiden aan moest. ‘You make friends now, please.’ Toen het allemaal weer dahl en baht was (rijst en linzensoep), toen gingen we gewoon weer verder. Geen scheiding en geen verloving, fijn.

En toen was daar de hot spring in Jhinu. We hebben geen foto’s gemaakt, maar bedenk een warm dampend bad in de jungle, bij een kolkende rivier, met het gekletter van een waterval op de achtergrond tussen de bergen van de Himalaya met geluiden van verschillende vogels op de achtergrond. Kortom, hemel voor de beenspieren na zware trekkingdagen.
Totdat we terug moesten. We waren zo slim geweest om geen lamp noch eten mee te nemen en het was al bijna donker toen we nog een half uur terug omhoog moesten naar het dorp (op slippers).
Annemiek probeerde natuurlijk weer zo snel mogelijk te gaan, want ze wist dat Marije dit niet lang meer ging volhouden. Totdat het echt niet meer ging en ze samen met Suresh Marije op een rots neerzette. Annemiek zou terug naar het dorp voor eten en een lamp. Maar Annemiek wist uiteraard de weg niet goed en kwam uit bij de konijntjes, die ze eerder die dag hadden gezien. Shitshitshit, waar was het teahouse? Na wat ronddwalen zag ze het en ging ze opzoek naar de hoofdlamp en twee Mountain Man’s (heftige muesli-repen, klinken lekkerder dan ze echt zijn, vooral na drie dagen dezelfde). Terug naar Marije en Suresh die nog steeds in de jungle wachtten, en oh, wat waren die MM’s ineens lekker als je echt berehonger hebt. Later wachtte er wederom dahl baht op ons in het teahouse.

De vijfde ochtend vroeg vertrokken Suresh en Annemiek weer richting de hot spring, Marije sloeg het deze keer even over. Al moest de bikini eerst nog van het dakje lager gevist worden, oepsie van het lijntje gevallen..
Nog steeds was het paradijs, al had de eigenaar van het teahouse later tegen Marije gezegd; ‘swimming in the morning, no good idea’. Dat bleek, want het badje werd omringt door heel veel, heel veel apen. Je kent inmiddels de enigszins aanwezige apenfobie van Annemiek, ‘no good idea’.
Ook besloten we deze dag een andere richting in te gaan, nog niet terug naar Pokhara. Richting Tolka, waar we de laatste dag van Deepawali gingen vieren. We vonden het wel een beetje zielig voor onze gids dat hij met dit feest niet bij zijn vrienden en familie kon zijn. Dus dansten we ’s avonds met de andere gidsen en dragers in de dining rondom de kachel.
Dragers zijn trouwens mannen die bagage omhoog dragen, die mensen zelf niet kunnen dragen. Wij hebben het geluk dat onze gids onze grote backpack wilde dragen (al valt die wel in het niet bij de enorme tassen van de andere dragers, sommigen hebben wel drie backpacks op hun rug!) en wij die van hem. Sommige dragers hebben ook spullen bij zich voor de dorpelingen zelf. De voorrangsregels gaan om de vracht. Brandhout gaat voor takken en pannen weer voor brandhout (we zagen serieus een man lopen met meer dan 80 pannen en ander tinwerk bij zich). Ezels met kippen of gasflessen op hun rug krijgen altijd voorrang, want die remmen doorgaans niet. Dragers met kippen zijn langzaam en kunnen beter ingehaald worden.

De zesde dag liepen we richting Australian Camp, eigenlijk weet niemand waarom het zo heet en wij zijn te lui om het te googlen. Het bergleven en trekken bevalt goed. We ontmoetten veel andere mensen, waar we een tijdje mee lopen. Maar met z’n drieën zijn we ook gewoon tof groepje. Soms maken we lol, luisteren naar muziek, zingen we een liedje of zijn we stil. Het telkens in- en uitpakken is ook steeds meer een automatisme en we hebben het goed.
Maar niet met de Chinezen onderweg. Die zijn stom. Ze maken veelvuldig ongevraagd foto’s van ons, zelfs wanneer Marije half kotsend van de hoogteziekte over een rots hangt. ‘Bad karma for you,’ roept Annemiek dan.
Australian camp was ook echt een fijne plek, we kwamen vroeg in de middag aan. Zodoende hadden we ruim de tijd om te schommelen, Marije voetbalde haar voeten blauw met het halve dorp en we lagen in de zon op de heuvel uitkijkend over de vallei van Pokhara aan de ene kant en de Annapurna aan de andere kant. Ook verstoorden we de rust van een aantal vogelspotters. Misschien niet zo aardig, maar deze mensen zitten dan ook van augustus tot december van 9 tot 5 elke dag roofvogels te tellen/fotograferen, vanwege de vogeltrek. Ze informeren elkaar per walkietalkie over overvliegende falcons en eagles in de upper sky, en na vijven kijken ze gezellig met z’n allen de foto’s. Het is nog wat rustig in de trek, waarschijnlijk vanwege de tyfoon in India, hebben we ons laten vertellen. En aangezien het zo rustig was, gingen we natuurlijk lekker yoga-en op de vogelspotheuvel, standje pauw en adelaar. De Nederlander onder de vogelspotters vond dat niet zo leuk en besloot terug te pesten, door in alle rust stroopwafels uit te delen aan zijn collegae (en wij mochten niks). Rare vogels, deze spotters.
’s Avonds rolden we de slaapzakjes uit in het gras om te kijken naar de sterren. Het was koud, maar het meer dan waard (ruim tien vallende sterren!).

Op de allerlaatste dag (ja, nu echt) liepen we naar Kande om in de auto terug te gaan naar Pokhara. Oh, wat was het mooi en onvergetelijk.

Terug in Pokhara kwamen we erachter dat Annemiek’s Ipod spoorloos was verdwenen. Dat werd dus een retourtje politiebureau om aangifte te doen, samen met Deepak op de brommer. We moesten natuurlijk wachten op meneer agent, die nog in de tempel was. Toen hij aankwam op het bureau had hij de offerbloemblaadjes nog in z’n haar. Na wat formulierwerk verzekerde hij ‘onderzoek’ te gaan doen naar de vermiste Ipod, binnen vier weken kan het police report worden verwacht.

Later zijn we met Ram (eerder ontmoet in het vliegtuig) rondgetoerd in Pokhara. Hij liet ons zijn ijsfabriek en bakkerij zien en veel andere lokale plekken in de stad, waar we nog niet waren geweest. Natuurlijk mochten we ook een ijsje proeven. Hij wilde maar al te graag weten of we het hoorntje ook lekker vonden, ze hadden het recept net vernieuwd, haha!
’s Avonds gingen we weer naar Deepak en zijn jongere broer Kumar. Heel gezellig, we aten dahl baht in een achterwijk van de stad en later gingen we vrolijk verder met cocktails om het afscheid nog even uit te stellen.
Pff! Wat jammer om hier weg te gaan! Wat een geweldige mensen allemaal!

Resham Pfiriri verwijst naar het immer populaire lied in Nepal, al ruim vijftig jaar oud. We hoorden het vaak en kunnen het nu redelijk meezingen/-dansen. Er is ons verteld dat het gaat over het leven in de bergen. Als een sjaal wapperend in de wind op zoek naar de liefde in de vallei, waarvoor het de bergen moet verlaten.
En ja, ook aan ons bergleven kwam een eind.

Nu terug in Kathmandu, na een busrit met de snelheid van een scootmobiel , missen we het wel. De rust, de uitzichten, Suresh, de stilte, de vrolijke dagen, de zware momenten, de lol, het overzichtelijke leven van ons drieën en natuurlijk ook de gezelligheid bij Deepak en Kumar.
Toch gaan we verder naar een oude liefde: Cambodja!

Peribotonla! (see you)

Liefs,

Marije & Annemiek





  • 09 November 2013 - 17:47

    Lysette :

    Kanjers!! Wat een verhaal.. :) blijf maar fijn genieten. Xx

  • 09 November 2013 - 21:26

    Annette Bakker:

    Hallo dames,

    Nou ik heb weer genoten van jullie reisverhaal.
    Vooral het verhaal van het lopen in de bergen... Heerlijk he !
    Wacht met genoegen op het volgende reisverhaal!

  • 10 November 2013 - 17:23

    Esther:

    Jeetje wat weer een verhaal, en jullie eerste ruzie!! Gefeliciteerd, jullie zijn nu echt net een getrouwd stel. ;)

  • 11 November 2013 - 11:54

    Naomi:

    Tof verhaal!! :D Succes met de reis naar Cambodja. Enjoy!!

  • 11 November 2013 - 15:54

    Buurtjes Bedum:

    Wat weer avontuurlijke verhalen, en dan ook nog WAARGEBEURDE !!
    Héérlijk om te lezen.

  • 11 November 2013 - 18:13

    Foka:

    Weer leuk om te lezen!

  • 16 November 2013 - 10:21

    Tante Titia:

    Hoi lieve meiden...wat weer mooi om te lezen en ook ontroerend! En Marije, kaartje is aangekomen...dank je wel! Straks ga ik de intocht van Sinterklaas kijken, oké t'is geen Himmalaya maar voor Tante wel een hoogtepunt!...haha. Veel plezier nog de komende weken! XXX

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marije Koster en Annemiek Havinga

Actief sinds 22 Juni 2010
Verslag gelezen: 572
Totaal aantal bezoekers 119230

Voorgaande reizen:

27 Augustus 2013 - 04 December 2013

Daarissie, een nieuwe MA-missie!

04 Oktober 2011 - 11 Januari 2012

Phnom Penh

26 Januari 2011 - 27 Januari 2011

Amsterdam

17 September 2010 - 18 September 2010

Assen, Deventer en Zwolle

25 Juni 2010 - 01 Juli 2010

Krakow

01 Februari 2010 - 04 Februari 2010

Dublin

31 Augustus 2009 - 04 September 2009

Leiden, Den Haag, Amsterdam

24 Maart 2009 - 24 Maart 2009

Maastricht

27 Februari 2009 - 01 Maart 2009

TOP-trainingsweekend

16 Juli 2006 - 09 Augustus 2006

Werken op Schier

02 Juli 2006 - 10 Juli 2006

Taizé

14 Februari 2005 - 16 Februari 2005

Meppen

Landen bezocht: